Dag 2: Veenlijken en vikingen
Pommerby – Süderbrarup – Schleswig – Rendsburg – Osterrönfeld
Door het binnenland rollen we naar Schleswig. In de vroegere hoofdstad van Sleeswijk-Holstein ben je met gemak een dag zoet. En daar zijn meerdere redenen voor. De eerste is de wijk Holm, letterlijk ‘klein eiland’, het schilderachtige oude vissersdorp ten oosten van Schleswig, dat door de Schleibrief van koning Christiaan I ooit het exclusieve recht op de Schleivisserij tussen Arnis en Schleswig bezat.
De tweede zijn de musea van het Schloss Gottorf. Wees gewaarschuwd: de collecties zijn reusachtig. Om alles te zien heb je echt veel tijd nodig. Blikvangers in het kunstmuseum zijn de schilderijen van Lucas Cranach de Oude, de Vlaamse wandtapijten en de Gutenbergbijbel. In een tweede vleugel zit het archeologische museum met collecties van het stenen tijdperk tot de middeleeuwen. Wat je hier zeker niet mag missen zijn de veenlijken uit de ijzertijd. In Sleeswijk-Holstein werden er rond 60 ontdekt. Ze kwamen rond 2.000 jaar geleden in het veen terecht, waar ze door het zure karakter van de bodem werden geconserveerd, tot ze vele eeuwen later werden opgediept door turfstekers. Modern onderzoek leerde veel over de levenswijze van deze mensen en over hoe ze aan hun einde kwamen.
Uit DNA-onderzoek van het ‘kind van Windeby’ bleek bijvoorbeeld dat het hier ging om een ondervoede tiener, die wellicht stierf aan een kaakinfectie. Een heel ander verhaal vertelt de ‘man van Osterby’. Nu ja, man. Uitgestald is enkel de behaarde schedel van een 50 tot 60 jaar oude man, die op gewelddadige wijze aan zijn einde kwam. Hij werd de schedel ingeslagen én onthoofd. Ook vele andere veenlijken vertoonden sporen van geweld. Waren het slachtoffers van een misdrijf, terechtgestelden of mensen die aan de goden waren geofferd? Wie zal het zeggen.
Een andere attractie van het museum is het Nydamschip, een eiken zeeschip van 23 bij 3,5 meter, afkomstig uit Sønderborg (Zuid-Denemarken). Het werd rond 320 na Christus gebouwd uit Deense eiken en wellicht 30 jaar later als oorlogsbuit in het veen aan de goden geofferd. Het ontwerp geldt als voorloper van het Vikingschip.
Die Vikingen zijn nog een reden om naar Schleswig te trekken. Vlakbij liggen namelijk de resten van de Vikingwal Danevirke en de Vikingstad Haithabu, beide op de Unesco-lijst van werelderfgoed. De 30 kilometer lange Danevirke moest het rijk van de Vikingen beschermen tegen invallen vanuit het zuiden. Haithabu was in de 10de eeuw het grootste handelscentrum aan de Oostzee. Een modern museum, waarvan de daken aan omgekeerde Vikingschepen herinneren, toont hoe de Vikingen leefden. Uitgestald zijn ook archeologische vondsten uit Haithabu: kleding, werktuigen, wapens, gouden sieraden… En een koninklijk oorlogsschip van 23 meter, dat in de haven van Haithabu werd opgegraven. Een korte wandeling leidt naar het nagebouwde Vikingdorp aan de Schlei. Zeven huizen, muren van vlechtwerk en leem, strodaken. Tussen de huizen scharrelen kippen, onder de daken nesten rookzwaluwen. En in de zomer brengen ‘echte’ Vikingen het dorp tot leven.
Aan het eind van een lange, leerrijke dag rollen we via de B77 naar Osterrönfeld, waar we de camper aan de oever van het Noord-Oostzeekanaal neerpoten.
Halte voor de nacht
Wohmobilhafen NOK, Osterrönfeld
Terrasvormig aangelegde camperplaats aan het kanaal. Een prima plek om vrachtschepen te spotten.