Stop 3
Ghisonaccia
Oost- en Zuid-Corsica: het roer van het schip
Dag 12-17
De groep steekt het eiland dwars over, naar de vlakke oostkust, de Costa Serena, naar de camping in het voormalige Belgische militaire vakantiekamp in Ghisonaccia. ‘Op zich geen aantrekkelijke stad, want ze is gelegen aan de enige tweebaansweg van Corsica, maar je vindt er wel alles: winkels, restaurants… En de camping is rustig gelegen, aan de zee. Ze zien er ons, Belgen, graag komen. Nog liever dan de Fransen.’ Het is de camping waar Roland zijn eigen chalet heeft.
Na een verkenning van de omgeving gaat het door de imposante valleien van l’Inzecca en Strette naar Ghisoni, voor een korte, maar intensieve wandeling naar een oude mijn, waar ooit een Belgische familie lood, zink en zilver won. In de Corsicaanse ondergrond is alles te vinden – behalve goud – in beperkte hoeveelheden. Zodra er machines aan te pas komen, is een mijn snel uitgeput. De groep degusteert opnieuw wat kaas en bezoekt maar liefst twee tot Europese ‘boom van het jaar’ verkozen kanjers. De kurkeik l’Arburacellu is zo vervormd dat hij op een adelaar met uitgestrekte vleugels lijkt.
Na een rustdag met de beruchte petanqueclash België vs. Corsica voert de bus de groep naar het massief van Bavella: ‘Ongetwijfeld de mooiste bergstreek van het eiland. We maken er een korte, maar prachtige wandeling. We wandelen tot de beroemde Trou de la Bombe, een door erosie gevormd gat in een berg. Ook dit is een doenbare wandeling, waarbij het lastigste stuk even overgeslagen kan worden terwijl je twintig minuten wacht op de rest van de groep.’
De volgende dag reist de groep terug in de tijd. Ze bezoekt Aleria, de Romeinse stad die stilaan wordt blootgelegd door gevangenen (‘niet als er bezoekers zijn, hoor’) en het 17de-eeuwse fort van Matra, dat een unieke Grieks-Etruskische aardewerkcollectie heeft. De stad Corte is voor de Franse administratie onbelangrijk, maar de politieke thuishaven van de Corsicaanse separatisten. Je vindt er ook het oudste winkeltje van Corsica.