Moustiers–Sainte-Marie – Lourmarin | 100 km
GPS: N 43°46’4’’ E 5°22’23’’
We rijden nu verder naar Lourmarin. Een weg slingerend langs talrijke lavendelvelden zorgt ervoor dat we onze aandacht ongewild verdelen tussen de weg en de omgeving. Moeizaam en aandachtig passend en metend laveren we door het stadje Riez. Het gebrek aan eens te meer een vrije parkeerplaats verhindert ons de markt te bezoeken. Ook het kasteel van Allemagne en Provence moeten we, hoe pijnlijk dat ook is, aan ons laten voorbijgaan. We houden echter wel halt in Gréaux-les-Bains. Even voorbij de dorpskern treffen we een parkeerplaats voor campers.
De Rue Grande wordt geflankeerd met restaurants. Vele toeristen en vermoedelijk mensen uit de omgeving zijn op zoek naar een lunch die past bij hun smaak of beurs. Ook wij zijn op zoek. De ‘Grimbergen’ is alomtegenwoordig. We vervolgen onze weg richting Manosque en slaan rechts af naar Apt. Mooie, kooldioxide vretende platanen verengen de weg. Opletten voor tegenliggend verkeer. We tanken goedkoop in Apt (€ 1.40), de ‘gele hesjes’ wisten hiervan waarschijnlijk niet. We stoppen even in Bonnieux waarvan het bovendorp tegen een hoge rots aanleunt. Na een wandeling door enkele van de historische straatjes, die hun oorsprong vinden in de tijd dat Romeinse kooplieden deze handelsroute aandeden en hen uitnodigde om er een rust- en bevoorradingspunt van de maken. Dat Bonnieux in vroegere tijden ommuurd was, bewijst zijn historisch belang. Later ging Bonnieux behoren tot de eigendommen van de pausen van Avignon. Een kort oponthoud op een van de vele schaduwrijke terrasjes hebben we verdiend.
Onze tocht gaat verder door de Luberon naar Ménerbes. De weg is smal, kerselaars, wijngaarden, olijven en lavendelvelden wisselen elkaar af. Waarom moeten we zo nodig naar Ménerbes. Lazen we niet ergens dat Ménerbes wordt beschouwd als een van de mooiste plekjes in de Luberon? Bussen Japanners en Amerikanen zouden afzakken naar het dorp om al het mooie in zich op te nemen. De parking kost ons € 5. Wat we erg veel vinden. We hebben geen keuze, we worden overigens verplicht onze camper neer te zetten op een betalende parkeerplaats. Mogelijk kwamen we wat laat toe, maar van bussen toeristen is geen spoor te bekennen. Het hele dorp valt tegen. Niets te zien van een middeleeuws karakter, geen gezellige terrasjes. Bij de Mairie brengen we een bezoek aan de nette vinotheek. De lokale wijnbouwers slijten hun wijnen o.m. via dit verkooppunt. We proeven, maar kopen niets. De afstand die we terug moeten lopen tot bij onze camper is te ver om nog extra gewicht mee te zeulen. Het bezoek aan Ménerbes iseen afknapper. Het uitzicht op de omgeving is echter prachtig. Ménerbes ligt immers boven op een berg. Wij vinden het misschien minder, maar Picasso vond deze plaats wel inspirerend.
We rijden terug via Bonnieux om zo onze volgende halte te bereiken in Lourmarin: camping Les Hautes Prairies. De camping is verzorgd, met ruime afgebakende plaatsen. De sanitaire inrichting is perfect, de toiletten zijn uitgerust met automatische brilreiniging. Restaurant en zwembad mogen er zijn. Het dorpscentrum ligt op ongeveer 1 km. Een wandeling door het dorp brengt ons langs restaurantjes, kunstwinkeltjes, boutiques. We bezoeken het kasteel van Lourmarin. Enkele bijzondere kamers konden ons bekoren maar een toegang van € 6.80 is er ver over. We geven echter niet op en wandelen tot bij het kerkhof, buiten het dorp. We willen het graf van schrijver Albert Camus met eigen ogen zien. Het duurt even voor we het vinden. Niet te verwonderen, blijkt nadien, zijn graf en dat van zijn vrouw liggen er respectloos vervallen bij. We genieten enkele dagen van de rust op de camping en ’s avonds van de kermis in het dorp, waar misschien wel 100 pétanquefanaten een terrein hebben ingepikt om hun kunnen te demonstreren.